Gaan we bedrijven verantwoordelijk houden voor aangerichte schade?
Dit nieuws gaat iedereen ter wereld aan: Milieudefensie won vorige week een rechtszaak tegen Shell. De oliemagnaat wordt daarmee verantwoordelijk gehouden voor schade die het met olielekkages aanrichtte in Nigeria. Is dit het begin van een nieuw tijdperk waarin bedrijven daadwerkelijk hun verantwoordelijkheid moeten nemen? Hilde Brontsema van Milieudefensie reflecteert op de afgelopen tijd.
“Op 29 januari won Milieudefensie samen met vier Nigeriaanse boeren een rechtszaak tegen Shell. Mijn collega’s en ik zaten te huilen in de rechtbank. Het waren tranen van geluk. Geluk, omdat drie van de vier boeren eindelijk gerechtigheid kregen. Maar waarom moest het 13 jaar duren?
Drie jaar geleden was ik voor het eerst in Nigeria en dat heeft me niet meer losgelaten. Ik sprak met een vrouw die miskraam na miskraam kreeg. Een jongetje van 14, wiens broertje in een olie-lek van Shell viel en overleed. Een dokter die vertelde over de misvormde kinderen die hij ter wereld bracht. En ik sprak onze vier eisers, die geen fatsoenlijk eten meer op tafel konden zetten voor hun gezin. Gemene deler in al dit leed: olievervuiling door Shell.
Hoop voor de toekomst
In de Niger-Delta vieren ze op dit moment nog steeds feest. Feest omdat we gewonnen hebben van een van de machtigste en rijkste bedrijven ter wereld. En we hebben ook alle reden om feest te vieren. Het is voor het eerst in de geschiedenis dat een Nederlandse multinational verantwoordelijk wordt gehouden voor schade die is aangericht in het buitenland. Dat zal ook op het hoofdkantoor van Shell hard zijn binnengekomen. Cruciaal was dat de rechtbank oordeelde dat zowel Shell als haar Nigeriaanse dochteronderneming hun zorgplicht hebben geschonden. Shell wist dat de pijpleidingen slecht onderhouden waren en dat er geen lek-detectiesysteem was. Shell wist dat er in de regio vaak sprake was van oliediefstal en Shell wist ook dat sommige gebieden moeilijk te bereiken waren. Toch heeft Shell niets gedaan om zich aan die situatie aan te passen.
Het mooiste van alles is het signaal dat we hiermee afgeven aan de wereld. De uitspraak betekent dat een Nederlands bedrijf dat de mensenrechten en milieuregels in het buitenland niet in acht neemt, nu het risico loopt voor de rechter te worden gebracht, ter verantwoording te worden geroepen en daadwerkelijk te worden beboet. Maar het kostte ons 1,5 miljoen euro en 13 jaar om op dit punt te komen. In die tussentijd hadden de vier eisers nauwelijks geld om hun gezin te voeden. Sterker nog: voor twee van de eisers kwam de uitspraak te laat. Zij zijn inmiddels overleden. Ik ben al met al natuurlijk enorm blij met de uitspraak, maar ik schaam me ook. Voor Shell, een Nederlands bedrijf, dat Nigerianen de afgelopen decennia heeft behandeld alsof hun leven niets waard is.
Wetgeving, a.u.b.
Waarom duurde het zo lang? Shell maakte het ons allesbehalve makkelijk. Veel tijd ging verloren aan toegang krijgen tot belangrijke documenten van Shell, in een poging te bewijzen dat het hoofdkantoor van Shell verantwoordelijk was voor zijn dochteronderneming en dat de zaak daarom voor de Nederlandse rechtbanken moest worden behandeld.
Het zou geen marathoninspanning en 1,5 miljoen euro moeten kosten om voor vier boeren in Nigeria compensatie te krijgen van Shell. Daarom hebben we betere wetten nodig om Europese bedrijven zoals Shell aansprakelijk te stellen voor wat ze in het buitenland aanrichten. Er moet een zorgplicht komen om ervoor te zorgen dat bedrijven actief schade voorkomen in de hele keten. We snakken naar transparantie, ingebakken in wetgeving, zodat we precies kunnen zien wat er buiten onze landsgrenzen gebeurt. Zodat we een beter begrip krijgen van wat we hier in Nederland precies kopen.
Het moet voor alle mensen die slachtoffer zijn van Europese bedrijven mogelijk worden toegang te krijgen tot justitie in Europa. Want als je ze niet voor de rechter kunt dagen, zijn ze ook niet verantwoordelijk. Gaan we bedrijven verantwoordelijk houden voor aangerichte schade? Laat deze rechtszaak een voorzetje voor grotere plannen zijn.”